Van kansloze asielzoeker naar literaire held

Terwijl Europa kraakt onder de stroom vluchtelingen komt de Zwolse Irakees Rodaan Al Galidi met een boek over zijn asiel- procedure. Dat kan geen toeval zijn. Toch? Niet dus. Het boek ontstond, na ruim drie jaar van verwerking en schrijven. Met dank aan de kringloopwinkel.

Voor hem behoren ze tot de top van de Nederlandse musea, de kringloopwinkels. Je kunt er door de generaties lopen, kennis nemen van de overgang van verleden naar heden, kijken in spiegels van de tijd met omafietsen en telefoons met draaischijven en voor vijftig cent een gedichtenbundel kopen.

“De kringloop is mijn leerschool en bovendien als vitamine voor mijn portemonnee.” Rodaan Al Galidi maakte er als asielzoeker kennis mee. Dat was sinds zijn aankomst in 1998 tot aan 2007, toen hij als uitgeprocedeerde onder het generaal pardon viel en toch mocht blijven. Van een meisje van 8 op een boerderij in Drenthe waar asielzoekers tijdelijk werden opgevangen, leerde hij de eerste Nederlandse woorden. Reguliere lessen zaten er niet in, noch studie, noch werk. Rodaan maakte zich de taal eigen en schreef gedichten en boeken die al snel hun weg naar uitgevers vonden. Diverse literaire prijzen werden hem toegekend. Toch duurde het nog tot 2013 voordat hij zo ver was dat hij kon gaan schrijven over zijn ervaringen als asielzoeker.

Waarom duurde dat zo lang?

“Ik duwde het altijd weg als iets uit een verleden dat ik wilde vergeten. Pas op verzoek van een bekende Nederlander die ik zeer respecteer, probeerde ik er korte verhaaltjes van te schijven, als brieven aan hem. Elke maand eentje. Mijn fietstochtjes naar de kringloopwinkel aan de Veerallee in Zwolle en een kopje thee met honing aan tafeltje nummer 9 (evenveel als mijn jaren in azc’s) hielpen mij de sfeer weer te pakken. Pas na verloop van tijd bemerkte ik de helende werking er van, als een verslaving zelfs. Het was als bij de psychiater en bevrijdde me van de meningsvorming van de massa.”

Verbijsterend

Het boek Hoe ik talent voor het leven kreeg geeft van binnen uit een beeld van de Nederlandse asielprocedure. Soms vertederend, dan weer humoristisch, maar vooral ook verbijsterend en verhelderend. Plaatsvervangende schaamte treedt op als ambtenaren van IND en COA binnen het keurslijf van regeltjes en formulieren acteren en van een onduidelijke geboortedatum een halszaak maken of als ze hoofdpersoon Semmier Karim uren op de gang laten staan zonder enige reden. Het begrip ‘wachten’ krijgt in het boek een dimensie van onrecht, verspilling en plaatst vraagtekens bij het asielsysteem. Wie vanaf nu nog iets wil roepen over azc’s, positief of negatief, moet eerst dit boek maar eens lezen.

Geen afrekening

Sinds zijn boek afgelopen week tot ‘Boek van de maand’ werd gebombardeerd buitelen de media over elkaar heen om Al Galidi te spreken. De auteur is een veilige ‘knuffel-asielzoeker’, omdat zijn boek geen afrekening is. “Ik heb geen kritiek op Nederland, alleen op het weer, want dat bepaalt wat je die dag aan moet trekken. Zelfs het asielbeleid snap ik. Een tsunami aan vluchtelingen roept effecten op en betekent een last voor de maatschappij. Wat dat betreft mag zelfs Wilders ons dankbaar zijn, want zonder ons heeft zijn PVV geen reden van bestaan. Het ligt niet aan Nederland en zeker niet aan de Nederlanders. De ware schuldigen aan de vluchtelingenstroom zitten in het Midden-Oosten, dat was toen in 1998 en ook nu zo.”

Dat hij als asielzoeker boeken schrijft in de taal van het land waar hij terecht is gekomen mag op zich al bijzonder zijn. Dat hij daarmee succesvol is, des te meer. “Eigenlijk ben ik helemaal niet goed in taal”, zegt Al Galidi. “Wel goed in beelden. Als er in Irak potloden, kwasten en verf waren geweest in mijn jeugd was ik vast naar tekenles gegaan. De beelden zet ik nu om in woorden en dan gaat het niet in de eerste plaats om grammatica, dat is voor de uitgever, maar om de waarneming van al die dagelijkse dingen die me inspireren.”

Vrijheid

Taal is vrijheid voor Rodaan. “Ik heb er bewust voor gekozen om in het Nederlands te schrijven. Het is een eerlijke en duidelijke taal, dicht bij de originaliteit van de gedachte. Heel anders dan mijn moedertaal, het Arabisch. Die taal is eeuwenlang gevangen gezet in de dictatuur van de religie, waardoor er geen invulling gegeven kan worden aan onderwerpen als God, vrijheid en liefde. De taal zelf is er bang voor als voor een mijnenveld en prikkeldraad, omdat één verkeerd woord je de dood kan brengen. Daarom schrijf en denk ik nu zelfs in het Nederlands.”

Dankbaarheid

Zwolle is top voor Al Galidi. Dat de informatieavond rond de komst van een azc eerder deze maand niet ontaardde in een rel vervult hem met trots en dankbaarheid. Het onderstreept nog eens zijn gevoel welkom te zijn in deze stad als mens onder de mensen.

“Het past ook bij de reacties van de vele asielzoekers die ik afgelopen maanden heb gesproken in de IJsselhallen. Ze waren dankbaar om in Zwolle te zijn, waar vrijwilligers hen hielpen en waar ze zonder angst voor een pak slaag of bespotting de straat op durfden.”

Maar dat goede gevoel eindigt bij de drempel van het stadhuis. Bestuur en ambtenarij van de Overijsselse hoofdstad scoren niet hoog bij de auteur. Dat heeft te maken met de weigering van een ontheffing voor het inburgeringexamen. In het jaar (2011) dat hij de Prijs voor Literatuur van de Europese Unie ontving, zakte hij voor het inburgeringexamen. “Ik heb ruim vier maanden moeten studeren om alsnog te slagen. Jammer.”

Claim je nu een uitzonderingspositie voor jezelf?

“Nee, maar wel dat er ook gekeken had moeten worden naar de wettelijke mogelijkheden van een ontheffing. “Een voetballer die een bal kan trappen, krijgt eerder ontheffing dan een schrijver wiens woorden wellicht over honderd jaar nog gelezen worden.”

Nu is er erkenning. Wat betekent dat voor je?

“Ik blijf lekker op mijn eigen kleine plekje in de samenleving. Ik neem geen deel aan de politiek, bemoei me niet met verkiezingen en de vorming van Eerste en Tweede Kamer. Mijn kamer in Zwolle is me genoeg. Nederland is groot in ontwikkeling, terwijl Irak alleen vernietiging betekent. Zou ik me dan als Irakees moeten bemoeien met de politiek van Nederland?”

In een televisie-interview bij Witteman noemde je jezelf ‘asielzoeker des vaderlands’?

“Dat hou ik overeind. Ik ben geen asiel-vinder geworden, maar nog steeds -zoeker. Dat komt omdat ik me nooit thuis voel. In de winter te koud en in de zomer last van hooikoorts. Er zijn slechts momenten dat ik werkelijk even het asiel gevonden heb; op een mooie zomeravond als de zon bijna ondergaat, de merel in de boom zingt en de barbecue brandt. Maar dat ik een zoeker blijf is niet triest. Het houdt me nieuwsgierig, onderzoekend.”

Je verkoopt nu veel boeken. Is de kringloop daarmee passé?

“Ik ben niet mijn boek. Het boek arriveerde, niet ik. Wie kent Shakespeare als persoon? Het was alleen mijn boek toen het nog in mijn hoofd zat, nu niet meer. Ik blijf gewoon wie ik ben, blijf trouw aan mijn vrienden en gewoonten, dus ook aan de kringloopwinkel.”

Als om het te bewijzen vist hij een walkman uit zijn jaszak. Vergane audio-glorie, maar voor hem afdoende. “Hier gekocht” geeft hij aan. “Schrijven is voor mij leven en het vullen van de eenzaamheid, niet primair werken voor geld. Uit lezingen verdien ik in Nederland en vooral België voldoende om in mijn onderhoud te voorzien. Geld is om je belasting te betalen en boodschappen te doen. Rijker worden hoeft van mij niet, daar word je alleen maar moe van. Arm worden ook niet, want dat maakt hongerig. Als mijn omgeving vindt dat ik daarom lui ben, ervaar ik dat als een compliment. De Nederlander die zonder werk komt is na drie maanden in paniek, omdat werken voor hem ademen betekent. Zo’n paniek ken ik niet. Het hoeft niet perfect te worden. Een man zonder gaatje kan immers niet plassen.’

‘Een voetballer die een bal kan trappen, krijgt eerder ontheffing dan een schrijver’

‘Ik blijf gewoon wie ik ben, blijf trouw aan mijn vrienden en gewoonten, dus ook aan de kringloopwinkel’