Beschrijving
Zoals bij alle grote schrijvers vormt het werk van de Egyptische auteur Albert Cossery (1913-2008) één groot mozaïek. Hij schreef een klein, maar ijzersterk oeuvre, dat uit zeven romans en een verhalenbundel bestaat. Cossery’s laatste roman, Grote dieven kleine dieven uit 1999, verschijnt nu voor het eerst in een Nederlandse vertaling.
Albert Cossery bezocht in Caïro de lagere school bij de Franse broeders en daarna het lycée français, zodat alle kennis in het Frans tot hem kwam. Begin jaren dertig vertrok hij naar Parijs om te studeren, maar zijn geboemel werd zijn vader te gortig: die stopte zijn toelage en haalde hem terug naar huis. Na de oorlog vertrok Cossery voorgoed naar Parijs en nam zijn intrek in een hotelkamer, waar hij tot zijn dood bleef wonen. In 1990 ontving hij voor zijn gehele werk de ‘Grand Prix de la Francophonie’. Hoewel Cossery schreef in het Frans, dacht hij in het Arabisch en heeft hij zichzelf altijd als een Egyptische schrijver beschouwd.
Grote dieven kleine dieven speelt zich af in het uit zijn krachten gegroeide Cairo, waar haastig en goedkoop gebouwd wordt. Door bezuinigingen op deugdelijk bouwmateriaal en door achterstallig onderhoud storten regelmatig panden in. In deze omgeving proberen allerlei kleurrijke personages zich met humor, optimisme en veerkracht door het leven te slaan. Een van hen is Oessama, een intelligente, ironische kleine dief, die zich door zijn dandy-achtige uiterlijk toegang verschaft in hogere kringen, waar hij de rijken met liefde van hun geld ontdoet. In een gerolde portefeuille vindt hij een brief waaruit blijkt dat een projectontwikkelaar en een politicus schuldig zijn aan de ineenstorting van een gebouw, waarbij minstens vijftig doden vielen. Hij vraagt zijn leermeester in het dievenvak wat hij met die brief aan moet. Ze halen er een filosofische journalist bij, die net als talloze armoedzaaiers in een grafhuisje in de Dodenstad woont. Dit trio zint op een manier om de ‘grote dieven’ aan te pakken.
Cossery geeft met bijtende spot lucht aan zijn haat tegen de rijken en de machthebbers, en hij laat de kleine krabbelaars, de dromers en de subversieven aan het langste eind trekken. De hoofdpersoon van Grote dieven, kleine dieven, de ‘gentlemandief’ Oessama, lijkt als twee druppels op zijn schepper, die beaamt: ‘Al mijn personages zijn Albert Cossery’.
Het werk van Albert Cossery is één grote lof op de luiheid. Alle hoofdpersonen uit zijn werk weigeren mee te doen met de jacht op carrière of bezit, maar zoeken liever vergetelheid in de slaap of de roes van de hasjiesj. Nietsdoen als levenskunst. Lucide nietsdoen welteverstaan, want ‘een luie domkop blijft een domkop’, aldus Cossery. Slapen was bij hem een vorm van nee-zeggen. Nee tegen de domheid, tegen de bureaucratie, tegen de machthebbers. Cossery heeft zelf altijd volgens dit principe geleefd. Hij verliet zijn bed nooit voor het middaguur en tot zijn laatste dagen flaneerde hij daarna door Saint Germain des Prés om vanuit zijn vaste plaats in café de Flore of in een patisserie bij de Jardin du Luxembourg het langstrekkende publiek te observeren.
Uit het Frans vertaald en van een nawoord voorzien door Mirjam de Veth.