Duizend-en-een nachtmerries

auteur: publicatiedatum:

19.45

Duizend-en-een nachtmerries wordt door bijna evenveel verschillende personages bevolkt, met hun kleine en grote verhalen, levensvragen, twijfels, irrationele angsten en verlangens. Geen enkel dagelijks verhaal is alledaags, bewijst Rodaan Al Galidi met deze bundel korte verhalen, waarin hij het kleine uitvergroot en op bezoek gaat bij de Nederlanders die hij inmiddels zo goed kent. Toch weten ze hem nog steeds keer op keer te verwonderen – hem, en soms ook de nieuwe inwoners van Nederland. Hoe kijken zij naar elkaar, en wat voor verrassende ontmoetingen levert dat soms op? Dit boek gaat over terreur en sleur, maakt een reis van mens tot mens, laat je lachend lezen, bevragen, hier en daar antwoorden. En misschien kom je wel jezelf tegen.

Artikelnummer: ISBN 978 94 91921 40 7 | NUR 303 Categorieën: ,

Beschrijving

Mededeling ter geruststelling

Beste lezer,

Wees gerust. De personages in dit boek zijn in het echt niet gestorven of gedood. Ze leven nog en de schrijver heeft hun allen een exemplaar van dit boek geschonken als bedankje, omdat hij hen mocht gebruiken ter inspiratie voor zijn verhalen. Hij heeft hen niet laten sterven aan het einde van de verhalen omdat hun levens te saai waren en alleen hun dood die van de nodige spanning voorzag, maar omdat de schrijver – misschien moet ik vermelden dat ik dat ben – niet over het talent beschikt om hun levens spannender voor te stellen zónder hun dood. Overigens bestaat een aantal van hen ook helemaal niet, behalve in de verhalen. Dus wees gerust.

Rodaan

Nog een mededeling ter geruststelling

Echt, geen zorgen. Ondanks wat de titel kan doen vermoeden, hier geen nodeloze gruwel of uitvergrote horror. Geen bloedstollende, afschuwwekkende verhalen die u van de slaap beroven in Duizend-en-een nachtmerries – die ziet u immers al genoeg in het nieuws. Jullie kennen Rodaan toch. Dus wees gerust.

De uitgever

***

Duizend-en-een nachtmerries wordt door bijna evenveel verschillende personages bevolkt, met hun kleine en grote verhalen, levensvragen, twijfels, irrationele angsten en verlangens. Geen enkel dagelijks verhaal is alledaags, bewijst Rodaan Al Galidi met deze bundel korte verhalen, waarin hij het kleine uitvergroot en op bezoek gaat bij de Nederlanders die hij inmiddels zo goed kent. Toch weten ze hem nog steeds keer op keer te verwonderen – hem, en soms ook de nieuwe inwoners van Nederland. Hoe kijken zij naar elkaar, en wat voor verrassende ontmoetingen levert dat soms op? Dit boek gaat over terreur en sleur, maakt een reis van mens tot mens, laat je lachend lezen, bevragen, hier en daar antwoorden. En misschien kom je wel jezelf tegen.

Rodaan Al Galidi is schrijver en dichter. Hij is afkomstig uit Irak en woont sinds 1998 in Nederland. Omdat hij in eerste instantie hier niet naar school mocht, heeft hij zichzelf Nederlands leren lezen en schrijven. Sindsdien publiceerde hij zes romans en acht dichtbundels. De bundel De herfst van Zorro (2007) stond op de shortlist van de VSB Poëzieprijs, evenals recentelijk Koelkastlicht (2016). De roman Dorstige Rivier (2009) stond op die van de BNG Nieuwe Literatuurprijs en De autist en de postduif (2011) werd bekroond met de prestigieuze Europese Unie Prijs voor de Letteren. Voor zijn succesvolle roman Hoe ik talent voor het leven kreeg (2016) putte hij uit zijn eigen ervaringen als asielzoeker.

‘Slaap lekker’, uit Duizend-en-een nachtmerries
 

Ik kon niet slapen. Ik sportte, liep, zwom, las, ik luisterde naar muziek, concentreerde me op mooie dingen, maar het lukte niet. Esther vertelde mij dat er cursussen bestonden om te leren slapen. Zij had er ooit een gevolgd, toen ze verliefd was op haar ex. Zo kwam ik bij de slaapcursus terecht. De meeste cursisten waren vrouwen; er waren eenentwintig cursisten om precies te zijn en slechts vier van hen waren mannen. De vrouw die de cursus gaf was spiritueel. Ze was een jaar of vijfenveertig en had lange grijze haren, die waren getrouwd met een kam en nooit waren vreemdgegaan met een schaar, een ingevallen gezicht en ze droeg hippiekleren.

De eerste week leerde ze ons hoe we moesten ademen. ‘Adem in, adem uit.’ Ze leerde ons dat we moesten letten op de lucht die we inademden en de lucht die uit ons kwam. Zo leerde ik dat ik in Nederland geen zuurstof inademde, maar water. De tweede week vroeg de vrouw ons of wij goed hadden geslapen. Een domme vraag, want als we goed hadden geslapen, zouden we de cursus niet meer volgen. Die les leerde ze ons hoe we als een Boeddha moesten zitten; met onze billen moesten we de grond onder ons voelen en niet de grond zoals die op een andere plek zou kunnen zijn. Ze leerde ons dat dat heel belangrijk was, dat je dan nooit met je gedachten ergens anders kon zijn. Aan het einde van de les hing geen kont meer tussen hemel en aarde, liep niemand in gedachten op een ver strand, bevond niemand zich in een storm. Voor de derde les begon vroeg de lerares ons opnieuw of we goed hadden geslapen. Eén man was niet komen opdagen. Wij wisten dat hij wel goed had geslapen. Nadat we hadden geleerd hoe we moesten ademen en zitten, vertelde de vrouw ons dat die week het belangrijkste zou gebeuren. We zouden praten over de reden dat we niet konden slapen. Een voor een stond iedereen op en vertelde zijn verhaal.

Petra vertelde dat de dood van Joepie haar wakker hield, maar ze geloofde wel dat Joepie, haar hondje, in de hemel was. Samantha vertelde dat ze niet kon slapen omdat ze voor de grap met een vriendin had gezoend. Ze had het lekker gevonden en was nu in de war, ze wist niet meer of ze op mannen of op vrouwen viel. Saskia kon niet slapen omdat ze eigenlijk geen veertig uur per week meer wilde werken maar minder kon niet, omdat ze net een huis had gekocht. Jennifer zei dat ze niet kon slapen omdat haar vriend voor drie maanden naar Afrika was gegaan. Ze was gewend aan zijn geur bij haar in bed, maar zijn T-shirt rook niet meer naar hem. Willem kon niet slapen omdat hij verliefd was, maar hij wist niet op wie. Thea vertelde dat ze niet kon slapen omdat Morris was weggelopen, haar kat. Ze had hem niet teruggevonden, terwijl ze op alle muren in de stad A4’tjes had opgehangen met een foto van Morris en haar naam en adres. Mieke kon niet slapen omdat ze na elke verjaardag meer op haar moeder leek.

Toen was ik aan de beurt. Ik stond op en vertelde dat ik niet kon slapen omdat ik soms gebons op de deur hoorde, het was de geheime dienst die mijn broer kwam halen; omdat ik niet wilde dromen over de keer dat ik als kind op een plein verplicht naar de executie van een paar dienstweigeraars moest kijken; omdat op mijn achtste een raket bijna ons huis raakte en verderop dertig families doodde; omdat mijn neef onthoofd was door de fundamentalisten en mijn familie wel zijn lichaam had gevonden, maar niet zijn hoofd.

Ik hoorde gesnurk en zag dat sommige medecursisten diep in slaap waren gevallen. Anderen gaapten of keken met zware oogleden naar mij. Ik ging verder. ‘Het moeilijkste waardoor ik niet kan slapen, is omdat mijn broertje sigaretten ging halen en terugkwam met een kogel in zijn borst en knie. Mijn oudste broer is volledig verbrand door een aanslag en stierf, en mijn gevluchte broer zit vast in Turkije met zijn drie kinderen en vrouw, en ik ben bang dat hij toch de oversteek naar Europa zal wagen in een bootje en verdrinken, zoals een vriend van hem met zijn pasgeboren kindje. Mijn familie is sjiitisch. Degenen die nog in Irak zijn, wonen tussen soennieten in Bagdad
en elke dag ben ik bang dat ik gebeld zal worden en dat ze zullen zeggen dat ze allemaal omgebracht zijn, en…’

Ik wilde doorgaan, maar het snurken werd te luid. Ik keek om me heen. Iedereen was in slaap gevallen, ook de lerares. Teleurgesteld verliet ik de klas. Volgens mij kan ik een cursus geven die mensen leert slapen, maar mij zal het niet lukken.

Extra informatie

auteur

Rodaan Al Galidi

genre

Verhalenbundel

publicatiedatum

14 NOVEMBER 2017

druk

1ste

omvang

173 pag

formaat

13,5 x 21 cm

bindwijze

paperback met flappen

omslagontwerp

Irwan Droog