Wineke de boer schreef een paar dagen geleden dit over Grote dieven kleine dieven van Albert Cossery:
Het laatste boek van dandy en schrijver Albert Cossery (1913-2008) is het kortste in zijn kleine oeuvre, en niet het beste. In Grote dieven kleine dieven gaat de ‘Voltaire van de Nijl’ spotlustig als altijd tekeer tegen legale dieven (‘een minister, bankier, zakenman, speculant of projectontwikkelaar’) die rijk worden ten koste van gewone stervelingen. Maar dit boek, dat Cossery schreef na een bezoek aan zijn geboortestad Caïro in de jaren tachtig, is minder bruisend en absurdistisch dan zijn vorige. En de vertaling lijkt een beetje haastwerk te zijn geweest: ‘zijn blik, altijd gespitst op een grappig detail, werd getrokken door een scène die zich afspeelde op een vluchtheuvel die tevens tramhalte was’. Toch is een mindere Cossery nog altijd de moeite waard. Hoofdpersoon Oessama, met zijn mooie pak en suède schoenen, schuimt als een moderne Robin Hood dure wijken af om de zakken van corpulente zakenlui te rollen, en vindt in de portefeuille van een projectontwikkelaar een compromitterende brief. Daar gaan hij en zijn vrienden, een meesterdief en een filosofische journalist, veel lol aan beleven.