‘Er begon geen merel jubelend te zingen in het eikenhout, toen de Rotterdamse dichter Dean Bowen (1984) zich een week terugtrok in Achtmaal, alwaar zich het landgoed De Oude Buisse Heide bevindt. Daar placht de welgestelde socialiste Henriëtte Roland Holst (1869-1952) haar verzen te schrijven, zoals dat over die merel die zo zuiver kweelde. Bowen vindt vooral veel niet, blijkt uit het poëtisch dagboekje Ik vond geen spoken in Achtmaal (uitgeverij Jurgen Maas), maar in zijn slotverzen brengt hij toch voorzichtig een verband aan met de dichteres, en zelfs valt het woord uit de titel nog, zij het in de regel ‘het spoken van je dagelijkse gebed’. Mooi besluit van deze groet, door een hedendaags dichter gebracht aan een verre voormoeder.’